Ceija Stojka

IMG_7658Ceija Stojka

 

Het rode huis

La Maison Rouge is een onafhankelijke tentoonstellingsruimte van verzamelaar
Antoine de Galbert, waar Nanda Janssen me op attendeerde. Geen grote namen, geen mainstream, maar kleine, interessante tentoonstellingen vanuit een mooi plan, met een voorkeur voor het ongebruikelijke, en met liefde voor de art brut.

Het gebeurt niet zo vaak dat een expositie de kracht van een mokerslag heeft; dat je er wilt blijven en steeds opnieuw gaat kijken om te begrijpen wat je gezien hebt. Dat gebeurde in La Maison Rouge waar tekeningen en schilderijen bijeen zijn gebracht van Ceija Stojka (1922-2013). Zij was een Oostenrijkse Roma, uit een gezin van zes kinderen. Als de oorlog uitbreekt wordt eerst vader en later het grootste deel van de familie gedeporteerd en vermoord. Ceija en haar moeder weten Auschwitz, Bergen-Belsen en Ravensbrück te overleven en ook vier van haar broers keren terug. Na de oorlog begint ze met haar moeder een handel in tapijten.

 

Ceija y su mamá Sidi

 

Vele jaren later, als Ceija Stojka vijfenvijftig is, begint ze voor het eerst te schrijven over de verschrikkingen van de oorlogsjaren, ze gaat zingen en begint te tekenen en te schilderen. Als in een verlaat dagboek legt ze alles vast van wat ze zich herinnert in kleurrijke, verhalende beelden, niets ontziend, voorzien van teksten op voor- en achterzijde. De schilderijen doen soms denken aan de gouaches van Charlotte Salomon.
Ik probeer sinds gisteren, toen ik de tentoonstelling zag, te achterhalen waarom de werken zo’n enorme indruk maakten. Het moet te maken hebben met het feit dat je gruwelijkheden – die je vooral van foto’s kent – verbeeld ziet op een bijna kinderlijke wijze. Je kijkt met haar mee, door de ogen van een meisje van tien, elf jaar dat overal bij is geweest. En op die wijze was je -meer dan ik dat ervaren heb bij het zien van foto’s of filmbeelden- getuige.

In de tentoonstellingsruimte waar haar tekeningen en schilderijen te zien zijn, klonk er zo nu en dan een door haar gezongen lied; melancholiek en gek genoeg toch licht. In een documentaire van Karin Berger die er ook getoond wordt, vertelt ze heel nauwgezet wat ze zich herinnert van het leven in de kampen. Ze zag het als haar taak de onderbelichte genocide op de honderdduizenden Sinti en Roma voor het voetlicht te brengen en deed dat op onnavolgbare wijze.

 

 

The red house

La Maison Rouge is an independent exhibition space of collector Antoine de Galbert, where Nanda Janssen drew my attention to. No big names, no mainstream, but small, interesting exhibitions from a nice plan, with a preference for the unusual, and with love for the art brut.
It does not happen so often that an exhibition has the power of a sledgehammer; that you want to stay there and look again and again to understand what you have seen. This happened at La Maison Rouge where drawings and paintings have been brought together from Ceija Stojka (1922-2013). She was an Austrian Roma, from a family of six children. When the war breaks out, father and later most of the family are deported and murdered. Ceija and her mother know how to survive Auschwitz, Bergen-Belsen and Ravensbrück and four of her brothers return. After the war she starts a trade in carpets with her mother. Many years later, when Ceija Stojka is fifty-five, she starts writing for the first time about the horrors of the war years, she starts singing and starts to draw and paint. As in an abandoned diary, she captures everything she remembers in colorful, narrative images, unsparing, with texts on the front and back. The paintings sometimes remind me of the gouaches of Charlotte Salomon.
Since yesterday, when I saw the exhibition, I have been trying to figure out why the works made such a huge impression. It has to do with the fact that you see horrors – which you mainly know from photographs – in an almost childlike way. You look with her through the eyes of a ten-year-old girl who has been everywhere. And that is why you witness more than you experienced when just looking at photos or film images.
In the exhibition space where her drawings and paintings can be seen, there was a song sung by her every now and then; melancholic and crazy enough but (?) still light. In a documentary by Karin Berger that is also shown, she tells very carefully what she remembers of life in the camps. She saw it as her task to highlight the underexposed genocide of the hundreds of thousands of Sinti and Roma and did so in an inimitable way.

 

 

IMG_7665

IMG_7666

IMG_7667IMG_7669

IMG_7671

IMG_7676

IMG_7657