Kader Attia maakte een film over fantoompijn, de pijn die beleefd wordt bij afwezigheid, bij een amputatie. Verstilde opnamen zijn het van mannen en vrouwen die met behulp van een spiegel heel even de schijn ervaren het ontbrekende ledemaat terug te hebben. Deze film is niet in Parijs te zien, die was in het SMAK in Gent, waar hij een tentoonstelling samenstelde met gerepareerde stoffen uit Afrika. Het is een leidend gegeven bij hem, het begrip ‘repair’ als een constante drijfveer in de menselijke natuur. Elk systeem van leven kent een oneindig proces van herstel, maar zo verschillend in westerse en niet-westerse landen.
Op de Documenta van 2012 zagen Hans Terhorst en ik een installatie van de mij toen onbekende Frans/Algerijnse kunstenaar Kader Attia. Een omvangrijk kabinet van gruwelijke foto’s en beelden van gewonden uit de Eerste Wereldoorlog (ja, weer die oorlog) over de plastische chirurgie die op de zwaar verminkte soldaten toegepast werd. En door Senegalese beeldhouwers uit hout gehakte koppen, op basis van die foto’s.
Kader Attia made a film about phantom pain, the pain experienced in absence, amputation. Silent shots are the men and women who with the help of a mirror feel the slightest impression of having the missing limb back. This film can not be seen in Paris, which was in the SMAK in Ghent, where he compiled an exhibition with repaired fabrics from Africa. It is a guiding factor with him, the concept of ‘repair’ as a constant motive in human nature. Every system of life has an infinite process of recovery, but so different in Western and non-Western countries.
At the Documenta of 2012 Hans Terhorst and I saw an installation by the then unknown French / Algerian artist Kader Attia. An extensive cabinet of gruesome photographs and images of wounded people from the First World War (yes, again that war) about the plastic surgery that was applied to the heavily mutilated soldiers. And by Senegalese sculptors carved from wood, based on those photos.
Het begon niet goed; ook in Palais de Tokyo heerst het virus van toevallige samenstellingen met ogenschijnlijk diepgravende, maar nietszeggende begeleidende teksten, allemaal gebaseerd op politieke en sociale kwesties. Soms blijft het -ondanks goede bedoelingen- vooral een verzameling materiaal, waar je geheel onaangedaan, geërgerd langsloopt:
soms is er bijna géén materiaal gebruikt in uitgekiende, pretentieuze groepen beelden, die samen het verhaal moeten vertellen, maar zo pover dat ik er op geen enkele manier wat aan beleven kan:
It did not start well; in Palais de Tokyo, too, the virus of accidental compositions with seemingly in-depth, but meaningless accompanying texts dominates and all based on political and social issues. Sometimes it remains – despite good intentions – no more than a collection of material, where you go by completely unaffected, annoyed. Sometimes there is almost no material used in sophisticated, pretentious groups of images, which together have to tell the story, but so meager that it leaves me cold.
Net op het moment dat ik dacht; ik ga gewoon weer naar het Louvre (call me old fashioned) stuitte ik op de tentoonstelling die Kader Attia met Jean-Jacques Lebel daar maakte. Opnieuw een groep verschillende installaties die naar elkaar verwijzen, elkaar versterken; One and Other. Ik ben een paar uur gebleven.
Een van de ruimtes is gevuld met stalen stellingkasten vol boeken, tijdschriften en kranten die duidelijk maken dat het zaaien van angst van alle tijden is, waarin media een belangrijke rol hebben. ‘De ander’ als wilde, als satan of terrorist; The culture of fear (Michael Moore). Deze installatie was indertijd ook in Kassel te zien.
Just at the moment I thought; I just go back to the Louvre (call me old fashioned), I came across the exhibition that Kader Attia made with Jean-Jacques Lebel. Again a group of different installations that refer to each other, reinforce each other; One and Other. I stayed for a few hours!
One of the rooms is filled with steel shelves full of books, magazines and newspapers that make clear that the sowing of fear is of all times, in which media have an important role. ‘The other’ as savage, as satan or terrorist; The culture of fear (Michael Moore). This installation was also seen at the Documenta in Kassel at the time.
Of je nu naar Turkije ging
of naar Marokko,
naar Egypte
of Perzië; er wachtte je overal eenzelfde lot op barbaarse wijze vermoord te worden.
Precies naast deze ruimte was een gekmakend doolhof gebouwd, waar de triomfantelijke snapshots van martelingen door juist de wésterse, Amerikaanse bewakers van de Abu Ghraib gevangenis wandvullend getoond werden.
En dan was er tegenwicht in de vorm van een eenvoudige, rustige route langs kijkkasten met objecten die Attia en Lebel in de loop der jaren verzameld hebben. Stuk voor stuk betekenisvolle, bezielde voorwerpen waar hoop en genegenheid uit sprak.
Right next to this space was a maddening maze built, where the triumphant snapshots of torture by the American guards of the Abu Ghraib prison were shown; wall filling.
And then there was a counterbalance in the form of a simple, quiet route past viewing boxes with objects that Attia and Lebel have collected over the years. Each and every one of them was meaningful, inspired objects expressing hope and affection.
Dit amulet is in de eerste wereldoorlog gemaakt door een spahi. Ik kende het woord niet, maar het is de verzamelnaam voor de soldaten uit de Franse en Italiaanse koloniale legereenheden (de Senegalezen, de Algerijnen), de mannen die ik op de grote groepsfoto zag in Hôtel des Invalides. Hij hing het om zijn nek, een animistische bescherming tegen de kogels, om de constant aanwezige doodsangst te bezweren. Hij maakte het amulet van bijeengesprokkelde materialen; met een gevonden steentje, een waterkruikje, kogels, een dopje als mini-helm en een gevonden (Duitse) munt.
This amulet was made in the first world war by a spahi. I did not know the word, but it is the collective name for the soldiers from the French and Italian colonial army units (the Senegalese, the Algerians etc.), the men I saw on the large group photo at Hôtel des Invalides. He hung it around his neck, an animistic protection against the bullets, to ward off the constant fear of death. He made the amulet of gathered materials; with a found stone, a pitcher, bullets, a cap as a mini-helmet and a found (German) coin.
Een bajonet van Oostenrijkse makelij werd door een dorpssmid gevonden en omgebouwd tot een sikkel. Het symbool van vernietiging werd een vreedzaam object om de aarde mee te bewerken.
An Austrian bayonet was found by a village smith and turned into a sickle. The symbol of destruction became a peaceful object to work the soil with.
En deze gevonden koperen kogelhuls werd tijdens verlof in de eerste wereldoorlog door een soldaat omgevormd tot een souvenir. Souvenir de Tadla, een regio in Marokko, met een maraboet ( de tombe van een moslim heilige), de woestijn, de zee en een palmboom. Mijlen verwijderd van zijn veilige huis.