Thorns

lege kerk

Église de la Sainte-Trinité

tenten

Langs het Canal Saint-Martin

 

Doornen

Ik woon in de meest bevoorrechte positie in een van de rijkere delen van de stad,
de Marais.
Maar ook daar woont een flink aantal mensen in de meest barre omstandigheden op straat. Vaak met een hond en een kartonnen bekertje om geld in te doen. Ik herken ze inmiddels en groet ze. Soms stop ik een euro in een van de bakjes, maar dat blijft iets ongemakkelijks. Ik geneer me; wíe ik geef en wat ik geef is volstrekt willekeurig en onvoldoende.

Wij hebben dat in Nederland inmiddels beter geregeld. President Macron belooft al enige tijd oplossingen voor de opvang van daklozen en immigranten in Parijs, maar die zijn er tot nu toe nauwelijks. Zo’n 9000 mensen hebben geen dak boven hun hoofd en wonen in geïmproviseerde hutten van karton en plastic in zo’n 120 krottenwijken en tentenkampen rond de stad. Het zijn veel Roma uit Oost-Europa en migranten uit landen als Afghanistan en Ethiopië.

In de Église Saint Gervais, hier vlakbij, zit – als het buiten echt te koud is- op elk verwarmingsrooster een man of vrouw, met wat schamele dekens en plastic tasjes. Maar alle andere kerken waar ik de afgelopen weken binnenliep zijn leeg, warm en leeg. Het zijn enorme 19e-eeuwse, zielloze gebouwen met vrij lelijke muurschilderingen en beelden. Allemaal slappe kopieën van grote voorgangers in de kunst. Vaak is er in een belendende kapel een mis gaande met een mummelende pastoor en zeven kerkgangers op leeftijd. Het is voorbij. Een gouden gelegenheid voor de kerken, zou je zeggen om in deze barre tijden de deuren voor de daklozen te openen, stoelen en banken aan de kant, veldbedden er in. Zorgen voor de naaste, zoals het bedoeld is, zolang dat nodig is. En nodig is het bij min zes graden ‘s nachts.

 

I live in the most privileged position in one of the richer parts of the city,vthe Marais.
But there too is a large number of people living on the street in the harshest conditions. Often with a dog and a cardboard cup to make money. I recognize them now and greet them. Sometimes I put a euro in one of the trays, but that remains something uncomfortable. I am embarrassed; that I give and what I give is completely random and inadequate.

The Dutch authorities have arranged that somewhat better. President Macron has been promising solutions for the care of homeless people and immigrants in Paris for a time, but they have so far been scarce. More than 9000 people do not have a roof over their heads and live in makeshift huts of cardboard and plastic in about 120 slums and tent camps around the city. There are many Roma from Eastern Europe and migrants from countries such as Afghanistan and Ethiopia.

In the Église Saint Gervais, near here, when it’s really too cold outside, there’s a man or woman on every heating grid, with some meager blankets and plastic bags. But all the other churches I’ve walked into in recent weeks are empty; warm and empty. They are enormous 19th-century, soulless buildings with fairly ugly wall paintings and statues. All slack copies of great predecessors in art. Often there is a mass happening in an adjoining chapel with a mumbling pastor and seven churchgoers of age. It is over. A golden opportunity for the churches, you would say to open the doors for the homeless in these harsh times, chairs and benches on the side, camp beds in it. Caring for the neighbor, as it is intended, as long as necessary. And it is necessary at minus six degrees at night.

 

IMG_8052

Gisteren was één kerk ineens helemaal vol en ik was er bij. In de vastentijd wordt op vrijdag om drie uur in de Notre-Dame de doornenkroon van Christus getoond en aanbeden. Alles wordt uit de kast gehaald: veel wierook, tientallen bisschoppen, priesters, monniken en nonnen in zwarte en witte capes in optocht achter de aartsbisschop. De krans van gevlochten doorntakken, die Jezus op zijn hoofd gedrukt kreeg voor hij gekruisigd werd om de draak te steken met zijn aanspraak op het koningsschap, was ooit in handen van de byzantijnse Keizer, die in grote financiële moeilijkheden raakte. Hij verkocht de kroon in 1239 aan Louis IX, die hem – mèt een splinter van het hout van het kruis en een spijker- in processie van Constantinopel naar Parijs liet dragen. Hij bouwde er een passende behuizing omheen; de Sainte Chapelle. Na de revolutie, begin 1800, werd de kroon naar een veiliger bestemming gebracht, de Notre-Dame en daar wordt ie een paar keer per jaar getoond aan gelovigen uit de hele wereld, en aan mij.

 

Yesterday, one church was suddenly completely full and I was there. In Lent the Christ’s crown of thorns is shown and worshiped on Friday at 3 o’clock in Notre-Dame. No expense spared; lots of incense, dozens of bishops, priests, monks and nuns in black and white capes in procession behind the archbishop. The wreath of plaited thorn branches, which Jesus had been put on his head before being crucified to make fun of his claim to the kingship, was once in the hands of the Byzantine Emperor, who ran into great financial difficulties. He sold the crown in 1239 to Louis IX, who had him – with a mote of the wood of the cross and a nail – carried to Paris in procession from Constantinople. He built a suitable housing around it; the Sainte Chapelle. After the revolution, in the beginning of 1800, the crown was taken to a safer destination, the Notre-Dame and there it is shown a few times a year to believers from all over the world, and to me.

 

 

IMG_7943

 

Naast me zat een Bulgaarse jongen die voortdurend een kruisteken sloeg en in een kleine bijbel las. In straffe orde mochten alle aanwezigen (ik denk wel duizend) naar voren komen om het relikwie te kussen. De krans is een eeuw geleden in een glazen ring gevat, met veel goud en edelsteentjes. Er zitten geen doornen meer aan, die zijn in de loop der eeuwen stuk voor stuk verkocht of geschonken aan noodlijdende kerken die te weinig gelovigen trokken. Een splinter of een doorn stond garant voor een enorme toeloop, en meer geld voor uitbreiding en verfraaiing.

 

Next to me sat a Bulgarian boy who constantly struck a cross and read in a small Bible. In penalty order all those present (I think a thousand) were allowed to come forward to kiss the relic. The wreath was captured in a glass ring a century ago, with lots of gold and gems. There are no more thorns left, they have been sold one by one over the centuries or donated to needy churches that attracted too few believers. A splinter or a mandrel guaranteed a huge influx, and more money for expansion and beautification.

 

 

notredame-tresor_7672-Version-3-1024x683

 

IMG_7956

 

Ik heb de kroon even aangeraakt, niet gekust. De Bulgaarse jongen kuste ook de marmeren vloer waar de aartsbisschop op stond. Van een afstand heb ik nog een tijdje staan kijken, met een mengeling van verbazing en afgrijzen. Wat een nare poppenkast is het toch. Het ritueel kent één klein, grappig onderdeel: na elke kus wordt het glazen omhulsel afgeveegd met een wit lapje. Die lapjes worden naar achteren gebracht en in een glazen pot gestopt, die een van security-mannen bewaakt en af en toe leegt in een blauwe emmer die achter het altaar stond.

I touched the crown, not kissed it. The Bulgarian boy also kissed the marble floor on which the Archbishop stood. From a distance I watched for a while, with a mixture of surprise and horror. What a nasty puppet show it is anyway. The ritual has one small, funny part: after each kiss the glass cover is wiped with a white piece of cloth. Those patches are brought back and put in a glass jar, which one of security men watches and occasionally empties into a blue bucket behind the altar.

 

 

IMG_8025lapjes

 

One thought on “Thorns

Comments are closed.