History

frad063_5bib_00003_0009_2.jpg

 

 

Er is een museum niet ver van Brussel dat lang particulier bezit was van de koning van België, Leopold II. Daar toonde hij zijn koloniale veroveringen en alle met veel en gruwelijk geweld verkregen bezit. Leopold beschouwde de Kongo ook als privébezit en de rubberplantages een grote inkomstenbron, waarin tien miljoen Afrikanen de dood vonden. Toen we daar ooit eens met het basisjaar waren schrokken we nog van de unverfroren schaamteloze wijze waarop alles getoond werd. Leopold als weldoener. Toen bedachten we al dat de beste aanklacht zou zijn er een grote glazen stolp overheen te plaatsen; niets meer aan doen. Maar natuurlijk moest het anders. Het ‘Afrika-museum Tervuren’ is al vijf jaar dicht vanwege een omvangrijke renovatie. Dat wordt waarschijnlijk een politiek correct mea culpa.
Zoals elke andere westerse mogendheid worstelt ook Frankrijk ermee; het koloniaal verleden en hoe laat je dat zien.

There is a museum not far from Brussels that was long privately owned by the King of Belgium, Leopold II. There he showed his colonial conquests and all possessions acquired with great and gruesome violence. Leopold also considered the Congo as a private property and rubber a major source of income, in which ten million Africans died. When we once visited it with the foundation-year we were shocked by the shameless way in which everything was shown.
Leopold as a benefactor. Then we thought that the best solution would be to place a glass dome over it. But of course there were other plans. The ‘Africa Museum Tervuren’ has been closed for five years because of a major renovation.
That will probably be a politically correct mea culpa.

Like any other Western power, France also struggles with it; the colonial past and how to show it.

 

 

general1.113.jpg

Het grote voordeel van hier wonen is dat je zomaar eens oostwaarts fietsend, in het Bois de Vincennes belandt, waar ik nooit eerder was geweest. En daar staat het opmerkelijke Palais de la Porte Dorée, waar ik zelfs nooit van gehoord had. Het verwaarloosde deel van de stad kreeg eind jaren ’20 een enorme boost toen werd besloten daar de Exposition Coloniale Internationale van 1931 te laten plaatsvinden. Het werd een groot evenement en toonde de macht van het Franse Koloniale rijk, maar ook dat van Nederland (het Nederlandse paviljoen -een kopie van een Sumatraanse tempel- ging halverwege de tentoonstelling in vlammen op * iets voor Andere Tijden!).  In een half jaar tijd kwamen er 8 miljoen bezoekers kijken naar de gebouwen, tempels, een dierentuin, rituelen, dansvoorstellingen, inheemse dorpen en hun bewoners, en naar de doopplechtigheid van heidense inboorlingen door een Franse priester.

 

The big advantage of living here is that you just cycle eastward, to the Bois de Vincennes, where I had never been before. And there is the remarkable Palais de la Porte Dorée, which I had never even heard of.
The neglected part of the city got a huge boost at the end of the 1920s when it was decided to have the Exposition Colonial International take place there. It must have been a huge event and showed the power of the French Colonial Empire, but also that of the Netherlands.
The Dutch pavilion (a copy of a Sumatran temple) went up in flames halfway through the exhibition. In a half-year  8 million visitors came to see buildings, temples, a zoo, rituals, dance performances, indigenous villages and their inhabitants, and the baptism of the pagan natives, by a French priest in ‘Le village noir’.

 

Expo-coloniale-Paris-1931.jpg9328 2.JPGa9c2b3bae131a8747ef937e3b695f752

Het moet uiterst exotisch en betoverend geweest zijn voor de bezoekers. Het paleis dat er nu nog staat was toen het hoofdgebouw en huisvestte het eerste aquarium van Parijs, dat er nog steeds is. Maar natuurlijk was toen ook al duidelijk dat er tegengeluid moest komen en dat kwam er van een groep kunstenaars onder leiding van André Breton -zelf een groot verzamelaar van etnografica, maar goed-, met een tentoonstelling die ‘ De waarheid over de koloniën’  heette; z’n tijd ver vooruit.

https://archive.org/details/filmcollectief-01-558

 

It must have been extremely exotic and enchanting for the visitors. The palace that still stands today was the main building and housed the first aquarium in Paris, still in operation.
But of course it was already clear then that a critical sound was unavoidable, and that came from a group of artists led by André Breton – himself a great collector of ethnography, by the way-, with an exhibition called ‘The truth about the colonies’; its time far ahead.

IMG_1600

IMG_1586

IMG_1597

 

Met het paleis zat men lang in z’n maag. Als een mooi voorbeeld van Art Deco met een gebeeldhouwde gevel en bijzondere muurschilderingen te bijzonder om af te breken, maar ingehaald door de geschiedenis en door nieuwe musea als Musée Quai Branly heeft het lang leeg gestaan. Nu is alles opgeknapt en als tijdsbeeld  alleen al de moeite waard. Sinds een paar jaar is er ‘het Museum van de Geschiedenis van de Immigratie’, met een tamelijk plichtmatige expositie. Máár, als tijdelijke tentoonstelling was er Mondes Tsigane, la fabrique des Images over het beeld dat we hebben van ‘de zigeuner’ en hoe dat decennialang is gevormd en uitgebuit door de fotografie. Het wordt getoond als de constructie van een stereotype, dat aantrekkelijk is (onaangepast, wild, sensueel, ongrijpbaar) maar ook beheerst moest worden. Nooit gezien als burger van een land, altijd als outsider. De voortdurende poging greep te krijgen in nauwgezette, administratieve acties, had in de tweede wereldoorlog afschuwelijke gevolgen. Geen bevolkingsgroep was zo zorgvuldig gedocumenteerd als juist de Roma en de Sinti. En dat sloot als tentoonstelling aan op ‘la Maison Rouge’ waar nog net het werk van Ceija Stojka te zien is, en je met een kaartje van dit museum gratis toegang hebt. Echt goed gedaan.

 

IMG_1629

 

Er was door de fotograaf een speciale stoel gemaakt, met een beugel om het hoofd en profil op de juiste plaats te houden.

 

IMG_1637

 

They did not know what to do with the palace. As a fine example of Art Deco with a sculpted facade and special murals too special to demolish, but overtaken by history and by new museums like Musée Quai Branly it has been empty for a long time. Now everything has been renovated and as a time frame alone worth it. Since a few years there is ‘the Museum of the History of Immigration’, with a rather dull exhibition.
But, as a temporary exhibition, there was the Mondes Tsigane, la fabrique des Images about the image we have of ‘the gypsy’ and how it has been formed and exploited for decades by photography. It is shown as the construction of a stereotype that is attractive (unadapted, wild, sensual, elusive) but also needs to be controlled. Never seen as a citizen of a country, always as an outsider.
The constant attempt to get hold in painstaking administrative actions had terrible consequences in World War II. No population group was as carefully documented as the Roma and Sinti. And that connected to the exhibition in ‘la Maison Rouge’ where the work of Ceija Stojka still can be seen, and  free access with a ticket from this museum. Really well done