

Tomáš heette hij, ineens weet ik het weer.
Ik stond op de camping bij Praag, in 1975, op weg naar een Internationaal Vrijwilligerskamp in de provincie. Kan me niet herinneren dat ik een tent bij me had, maar klaarblijkelijk, anders stond ik niet op een camping. Tomáš verzorgde de verstrooiing voor de campinggasten en beheerde het winkeltje. Hij projecteerde ‘s avonds Disney-filmpjes zonder geluid, waarvan een Tsjech me later vertelde dat dat eigenlijk verboden was. Dezelfde man, Jarek heette hij, was kunstenaar en liet me op een zolder achter een gordijn zijn geheime oeuvre zien. Kleine magisch realistische voorstellingen waarvan niemand iets mocht weten, die werden als staatsgevaarlijk gezien. Ik weet nog dat ik me daar toen niets bij voor kon stellen; hoe konden kleine oliepaneeltjes met dromerige fantasieën een staat in gevaar brengen.
Dat ik op Tomáš kom, kwam door een tentoonstelling die een paar dagen open was, URLAUB in het DDR museum.
En zo’n Trabant-tent herinner ik me van zijn camping.
His name was Tomáš, suddenly I remember.
I was camping near Prague in 1975 on my way to an International Volunteer Camp in the province. Can’t remember bringing a tent with me, but apparently, otherwise, I wouldn’t be camping. Tomáš took care of the entertainment for the camping guests and managed the shop. At night he projected Disney animation films without sound, which a Czech later told me was actually forbidden. The same man, his name was Jarek, was an artist and showed me weeks later his secret oeuvre in an attic behind a curtain. Small magically realistic paintings of which no one was allowed to know, they were seen as dangerous to the state. I remember that there was nothing I could imagine at the time; how could small oil panels with dreamy fantasies endanger a state.
That I remember Tomáš, was due to an exhibition that was open for a few days, URLAUB in the GDR museum.
And I remember such a Trabant tent from his campsite.

Op de tentoonstelling was een vrolijk filmpje te zien van een groot gezelschap Trabant-tent-bezitters die zich in een halve cirkel opstelden. Zoals je dat wel eens ziet met een groep camper-reizigers. Er werd een man geïnterviewd die Gerhard Müller heette en in de jaren ’70 patent had aangevraagd op zijn uitvinding, die hij in een loods in het dorpje Limbach fabriceerde. Hem werd gevraagd hoeveel kilo dat Trabant-dak kon hebben? Het was een drie-persoonstent, personen die er rechtop in konden staan mochten samen niet meer wegen dan 250 kilo!
The exhibition showed a cheerful video of a large group of Trabant tent owners who lined up in a semicircle. As you sometimes see with a group of camper travelers. A man named Gerhard Müller was interviewed who had applied in the seventies for a patent on his invention, which he manufactured in a shed in the village of Limbach. He was asked how many kilos that Trabant roof could hold? It was a three-person tent, people who could stand upright in it should weigh no more than 250 kilos together!


Met de uitvinder, Gerhard Müller is het niet goed afgelopen.
Juist voor de Wende had hij flink geïnvesteerd in het bedrijf, maar de opdrachten bleven uit en de schulden groeiden; de Trabant werd vervangen. Hij organiseerde in 1996 nog éen keer een Dachzelttreffen, waarop maar één bezitter zich inschreef. Op weg naar Polen, met een tent op het dak dat hij aan wilde bieden aan een museum in Wroclaw, werd hij langs de kant van de weg dood aangetroffen.
Things did not end well with the inventor, Gerhard Müller.
Just before the Wende he had invested heavily in the company, but the orders were not forthcoming and debts grew; the Trabant was replaced. In 1996 he organized a Dachzelttreffen one more time, to which only one owner registered. On his way to Poland, with a tent on the roof that he wanted to offer to a museum in Wroclaw, he was found dead on the side of the road.
